Eugeen Van Mieghem (1875-1930) is vooral gekend als de kunstenaar van het leven aan de Antwerpse dokken. Buildragers, zakkenmaaksters, schippers, matrozen, tooghangers, emigranten en zwervers waren de figuren die hem steeds weer zijn blijven inspireren. Ondanks zijn eerder bescheiden afkomst – zijn vader was caféhouder aan de Antwerpse haven – voelt de jonge Van Mieghem zich aangetrokken door de wereld van het artistieke. Het parcours dat hij volgt zal noodgedwongen afwijken van de academische normen en de smaak van de gevestigde galerijen. Sinds 1892 volgt hij de teken- en schilderlessen aan de Antwerpse academie, maar na een conflict met een tekenleraar wordt hij er in 1896 weggestuurd. Hij werkt enige tijd als scheepsbevrachter, maar ondertussen blijft hij wel schetsen, tekenen en schilderen. Als geen ander weet hij het harde leven aan de haven in rake lijnen vast te leggen. Op artistiek vlak raakt hij vooral onder de indruk van het getormenteerde werk van Edvard Munch, dat hij in 1897 in Brussel leert kennen. Vanaf 1901 zal Van Mieghem meer en meer met zijn werk naar buiten komen. Samen met enkele vrienden richt hij de kunstenaarsgroep Eenigen op (1901-1903), hij exposeert bij De Scalden en wordt ook opgepikt door de Brusselse groep van La Libre Esthètique (1901). Hij frequenteert het milieu van de artistieke, literaire en politieke bohème dat mekaar vindt in de kringen van De Kapel in Antwerpen. De ideeën en idealen van het anarchisme zijn de sociaal voelende Van Mieghem niet vreemd. Commercieel gezien slaat het werk van Van Mieghem evenwel niet aan. De grote musea en galerijen houden hun deuren gesloten. Ook op persoonlijk vlak zit het Van Mieghem niet mee. Terneergeslagen door het overlijden van zijn jonge vrouw Augustine Pautre (1905) zal hij gedurende verschillende jaren niet meer exposeren. In 1912 krijgt hij zijn eerste individuele tentoonstelling in het Antwerpse Koninklijke Kunstverbond. Daarop volgt ook de internationale belangstelling met tentoonstellingen in Keulen en Den Haag, waar hij geëxposeerd wordt samen met Ensor, Claus, Smits, Meunier, etc. Critici vergelijken zijn werk met dat van Steinlen, Jean-Louis Forain of Käthe Kollwitz. De ellende en ontreddering van de Eerste Wereldoorlog laten ook Van Mieghem niet onberoerd: zoals hij het altijd al gedaan heeft legt hij de vluchtelingenstroom en de bezetting van de stad op papier of doek vast. Dit oorlogswerk bezorgt hem enig succes in de naoorlogse jaren. In 1920 wordt Van Mieghem benoemd tot tekenleraar aan de Antwerpse Academie. Hij neemt de draad van de tentoonstellingen weer op, maar zijn artistieke carrière is van korte duur. Vanaf 1927 laat zijn gezondheid het afweten en in maart 1930 sterft hij op 54-jarige leeftijd.
Mede door toedoen van de Stichting Eugeen Van Mieghem wordt het werk van de Antwerpse havenkunstenaar de laatste jaren herontdekt, ook internationaal. In 2012 was er een Van Mieghem retrospectieve in het Musée de Flandre in Cassel en dit jaar volgt er een tentoonstelling in het Provinciaal Museum E. Verhaeren van Sint-Amands: Eugeen Van Mieghem, tussen kunst en daad. In deze tentoonstelling zal vooral het vroege werk van Van Mieghem en zijn banden met de politiek-artistieke bohème van de Antwerpse Kapel centraal staan. Dat deze tentoonstelling plaats vindt in het Verhaerenmuseum is geen toeval: Van Mieghem was immers een bewonderaar van Emile Verhaeren. De tentoonstelling kwam tot stand met de steun van het Eugeen Van Mieghemmuseum uit Antwerpen en dankzij de bruiklenen van verschillende privéverzamelaars. Bij deze gelegenheid wordt ook het boek van Stijn Vanclooster gepresenteerd: Tussen droom en daad. Anarchie en artistieke heropleving in Antwerpen rond 1900.
Van 1 juli – 31 augustus:
alle dagen behalve op maandag (11-18u).
Van 16 juni – 30 juni en van 1 september – 3 november:
tijdens weekends, op feestdagen of op reservatie (11-18u).
Vernissage: zondag 16 juni om 15u.
Sponsor: Brouwerij Duvel Moortgat.